Het is zondagmiddag 1 december als Pytsje en Fettsje Sybesma voor de deur staan in Pingjum. We hebben ze 10 jaar geleden gesproken, als 17 jarigen. Zij zijn inmiddels 27 jaar, twee flinke lange, slanke meiden met donkerblond haar. De tweeling ging op 16 jarige leeftijd uit elkaar, na de Middelbare school. Fettsje volgde de opleiding MBO Verpleegkunde, Pytsje begon aan HBO Rechten. Beide meiden hebben nog een vervolgstudie gedaan; Fettsje heeft de HBO-V opleiding gevolgd en zij werkt als wijkverpleegkundige in de thuiszorg in Groningen en Pytsje de masterstudie Rechten en werkt als juridisch adviseur bij de Provincie Groningen. Op de vraag hoe het met ze gaat, begint Fettsje meteen te vertellen. Zij woonde, net als haar tweelingzus, in Groningen als alleenstaande en liep vast. Sinds kort woont zij bij haar ouders thuis in Sint Nicolaasga. “Tweeling zijn maakt het niet makkelijk om jezelf te vinden”, zegt Pytsje. Zij vond het prima om naast het tweeling-zijn ook eenling te zijn maar haar zus heeft daar meer moeite mee. Zij was liever tweeling dan eenling en vond alleen wonen in Groningen moeilijk. Haar vriendinnen zijn niet zo snel beschikbaar, zij komen ook uit de zorg en kunnen vaak niet afspreken vanwege andere werktijden. Pytsje heeft vooral nog vriendinnen uit haar studietijd, met wie ze veel optrekt. Deze vriendinnen groep heeft Fettsje “geadopteerd”, dat is natuurlijk fijn, maar dat knaagt ook aan haar… Van tweelingen wordt verwacht dat ze hetzelfde zijn. Je wordt steeds met elkaar vergeleken door anderen. Bijvoorbeeld op het gebied van het opleidingsniveau. Pytsje heeft een hogere opleiding gevolgd dan Fettsje en Fettsje voelde zich daardoor de mindere. Mede om die reden heeft zij ook een HBO opleiding gevolgd. Nu haar zus ook nog een master heeft gedaan, denkt Fettsje dat ze nog een stap moet doen, om op hetzelfde opleidingsniveau te komen als haar zus. Maar gelukkig onderkent zij nu deze valkuil. Zij is heel tevreden met haar werk en haar functie. Daar haalt zij veel voldoening uit. Waarom zou zij nu nog de universiteit gaan doen? Zij ziet in dat ze bij zichzelf moet blijven, dat ze anders op haar tenen moet lopen. Pytsje had op een ander vlak last met het vergelijken, namelijk op het gebied van het fysieke. Fettsje was altijd slanker, zij was wat voller. Dat laatste werd minder gewaardeerd, daar had zij weer moeite mee. Pytsje woont in Groningen en heeft sinds een jaar een relatie. Haar vriend woont in Joure. Fettsje vond het wel moeilijk dat Pytsje een relatie kreeg. “De balans werd in een keer anders, van het ene op het andere moment. De tijd die wij met elkaar in het weekend hadden, werd steeds minder”, zegt zij. Zij zit in het weekend nu vaak alleen thuis, terwijl Pytsje ook regelmatig bij haar vriend is. Pytsje vindt het lastig om te dealen met haar tijd: werken en wonen in Groningen, vriend in Joure, ouders en tweelingzus in Sint Nicolaasga, vriendinnen in beide plaatsen. Haar vriend vindt het gelukkig wel belangrijk dat zij haar tweelingzus regelmatig ziet. “Van je zus krijg je onvoorwaardelijke liefde en van je vriend voorwaardelijke” zei een oudere collega tegen haar. Dat is blijven hangen. Ook de partners moeten dealen met de band die tweelingen met elkaar hebben. Het wordt mogelijk nog ingewikkelder als Fettsje ook een vriend krijgt. “Dan moeten wij met zijn vieren optrekken”, zegt zij. “En dan is het wel belangrijk dat beide partners het goed met elkaar kunnen vinden”. “Een voorwaarde bijna”, zegt Pytsje. Het was overduidelijk een eeneiige tweeling. 10 Jaar geleden las hun moeder een artikel van ons over spiegeltweelingen in het weekblad Margriet. Zij nam destijds contact op en zo weet de tweeling al sinds hun 17e jaar dat ze spiegelbeeldig zijn.
Fettsje is de eerstgeborene, linkshandig en Pytsje is rechtshandig. De wisseling van hun tanden en kiezen verliep gespiegeld. Fettsje kruist haar benen links over rechts en haar zus rechts over links. Ook kruisen zij de armen gespiegeld. Niet altijd natuurlijk, maar zij hebben hun duidelijke voorkeur. Dat is ook te zien op diverse foto’s. Fettsje heeft haar haarscheiding aan de linker kant, Pytsje aan de rechter kant. Tijdens het gesprek ontdekken zij dat Fettsje haar linker oog beter ziet in de verte dan haar rechter oog en bij Pytsje precies andersom. Kwa aard is Fettsje meer introvert, bedachtzamer, meer een denker en een twijfelaar. Zij is ook liever, meer een people please. Pytsje is extraverter, spontaner, meer een doener, assertiever en wat zakelijker. Fettsje is eerder volgend, Pytsje eerder leidend. Pytsje zag Fettsje vroeger juist als de trekker van hun tweeën, als de extraverte. Dat gedrag is mogelijk veranderd door hun ervaringen. Pytsje is niet super extravert, ook graag op zichzelf. Maar zij is wat extraverter en socialer geworden door haar studie en werk. Fettsje is als professional sociaal en communicatief, maar privé niet zo. Zij scheidt haar werk sterk van haar persoonlijke leven. Wat speelt hier, vragen wij ons af: nature of nurture. Wat is aangeboren gedrag en wat is aangeleerd gedrag? We nemen afscheid van de meiden en zij geven aan dat zij het leuk zouden vinden om andere spiegeltweelingen te ontmoeten. Daar denken wij over na.
0 Opmerkingen
Aan de duinrand van Castricum in een rustige woonwijk worden wij hartelijk ontvangen door de 64 jarige tweeling Fennanda en Wilma Eleveld. Fennanda woont hier samen met haar echtgenoot Sjaak en hond Flo en Wilma woont in Deventer samen met haar man Erik en kat Castro. Beiden zijn geboren in Assen en hebben kinderen die inmiddels de deur uit zijn. 'We hebben een boeiend pad doorlopen om te zijn wie wij nu zijn' zegt Fennanda, nadat wij kennis hebben gemaakt. Hun ontwikkeling, zowel als tweeling en als twee individuen, verliep niet zonder slag of stoot. De eerste 12 jaar waren zij onafscheidelijk en trokken zij als ‘de blauwe en de rode tweeling’ samen op (ze droegen dezelfde kleren maar dan in een andere kleur). Ook gingen zij samen, met hetzelfde HAVO-VWO advies, naar de brugklas van de middelbare school in Assen. Wilma kreeg aan het eind van het jaar een Mavo advies (het onderwijssysteem sloot niet aan bij haar manier van leren) en vertrok naar de dorpsschool in Beilen. Fennanda kreeg een Havo-advies en bleef op school in Assen. Vanaf dat moment, verliep hun ontwikkeling verschillend. Fennanda wilde zich eerder onderscheiden en meer op zichzelf zijn terwijl Wilma nog behoefte had om het wij-gevoel vast te houden. Er volgde een verwarrend los maken van patronen in de puberteit en de vroege adolescentie. 'Een tweeling wordt geacht hetzelfde te zijn maar wij waren heel verschillend. Ook anderen vergelijken je steeds en zoeken de overeenkomsten. Dat was verwarrend’, zegt Wilma. In die tijd wisten zij nog niets over het fenomeen spiegeltweelingen en omdat ze door de verschillen elkaar soms niet begrepen en het eigen perspectief leidend was, ontstond er onbegrip over en weer. Het werd een pijnlijk proces van los scheuren uit de symbiose. 'Het klinkt misschien vreemd maar ik heb altijd het gevoel gehad dat Wilma de oudste had moeten zijn', zegt Fennanda. 'Wilma lag in de baarmoeder in een stuitligging en ik lag met mijn hoofdje naar beneden. Door die stuitligging van Wilma is er iets raars gebeurd in de baarmoeder en kwam ik als eerste’. Het was paniek bij de ouders omdat zij geen tweeling hadden verwacht. Ze hadden al een kleintje van een jaar en onverwacht twee baby’s erbij en dat betekende voor hun moeder dat zij haar baan als verpleegster moest opzeggen om het huishouden draaiende te houden. Hun vader timmerde een plankje in hun wieg zodat ze ieder een eigen plekje hadden. Wilma kroop ‘s nachts over dat plankje op zoek naar haar wederhelft maar werd dan weer teruggelegd door hun moeder. Zo ging dat in die tijd. 'Zij was altijd de snelste en kon ook eerder lopen. Ik zette haar op een voetstuk. Zij was mijn voorbeeld’, zegt Wilma. Fennanda zorgde voor haar zusje en Wilma vond dat heel comfortabel. Dit rollenpatroon hebben zij in een heftig gesprek op hun twintigste blootgelegd en elkaar daarna een tijd niet gezien. Fennanda wilde meer leren op zichzelf te zijn en minder voor Wilma te zorgen en Wilma ontdekte dat zij op eigen benen moest leren staan. Als wij toen hadden geweten dat wij een spiegeltweeling waren, had dat ons gekalmeerd’, zegt Fennanda. Hun kenmerken van spiegeling zijn vooral mentaal. Wilma, docent Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Saxion in Deventer, is extraverter, spraakzamer, emotioneler van aard en meer een doener. Fennanda, freelance docent tekenen en schilderen en kunstenaar, is bedachtzamer, rustiger, minder op de voorgrond tredend en meer een denker. De meest opvallende fysieke spiegelingen zijn dat Fennanda rechtshandig is en met haar linkerbeen als eerste naar voren stapt en dat Wilma linkshandig is en met haar rechterbeen als eerste naar voren stapt. Beiden zijn creatief in denken en doen. Fennanda is beeldend kunstenaar en Wilma ook een dichter. Wilma heeft haar creatieve kant minder aandacht geschonken dan ze wenste. Ze benijdde haar zus al van jong af aan dat die ‘de kunstenaar’ was. Van Wilma werd verwacht dat zij in de voetsporen van haar moeder trad, die van de verpleging. Later is zij opleidingen gaan volgen in de sociale begeleidingskunde en kwam zij in het onderwijs terecht. In 2020/2021 maakten zij samen de publicatie 'De andere kant', een poëtisch en kunstzinnig onderzoek naar de dynamiek en verbinding tussen hen als individu en als spiegeltweeling. In die tijd maakten zij kennis met het fenomeen spiegeltweeling; er vielen allerlei kwartjes. Het samenwerken aan het boekje gaf hen beiden meer inzicht in hun verschillen. Dat leidde tot acceptatie en waardering van henzelf en van elkaars verschillende kwaliteiten en behoeften. ‘Zij is een ander dan ik. Ik mag zijn wie ik ben en zij wie zij is’, zegt Wilma. Ze zien elkaar nu beter en de liefde die er altijd al was, kan gemakkelijker stromen. Dat is een wederzijds proces geweest. Nu ze meer tijd hebben, kunnen ze elkaars talenten benutten en willen zij ook meer samen ondernemen. Dat is ze van harte gegund; wij weten als geen ander hoe fijn dat kan zijn. |
Archives
December 2024
Categories |