Als ik op een zonnige woensdagmiddag enthousiast ontvangen wordt door Jill en Ruby, de 11 jarige half Surinaamse tweeling in hun doorzonwoning in Krommenie, valt mij op dat Ruby zwaarder en groter is dan Jill. 'Dat was bij de geboorte al zo, toen scheelden ze al een kilo’ reageert Conny (hun moeder) als ik verbaasd kijk. ‘Ik had vanaf week 30 tijdens de zwangerschap last van het twin-to-twintransfusiesyndroom (TTTS) tijdens de zwangerschap. Ze zijn met 36 weken in het AMC met een keizersnede gehaald. Ruby woog 2430 gram en Jill 1485 gram. Het twin-to-twin transfusiesyndroom (TTTS) kan optreden bij een eeneiïge tweelingzwangerschap waarbij de kindjes de placenta en het buitenste vlies met elkaar delen. Het is normaal dat deze tweelingen tijdens de zwangerschap wat bloed uitwisselen. Bij het twin-to-twin transfusiesyndroom is deze uitwisseling niet in evenwicht: er stroomt meer bloed van het ene kindje (de donor) naar het andere kindje (de ontvanger). Hierdoor ontstaan problemen bij beide kindjes die op dat moment met elkaar de placenta delen. Een gevolg kan zijn dat het ene kindje zwaarder is bij de geboorte dan het andere kindje en in het uiterste (zeldzame) geval kan één of zelfs beide kindjes nog in de baarmoeder overlijden. De meiden met hun vrolijke paardenstaarten, zijn stil als hun moeder hierover vertelt maar als ik hen vraag hoe zij het vinden om een spiegeltweeling te zijn, beginnen ze te ratelen. Ze hadden nog nooit van spiegeltweelingen gehoord (hun moeder trouwens ook niet) maar noemen meteen alle lichamelijke verschillen op. Ruby is rechtshandig en Jill linkshandig. Hun haarkruinen zijn gespiegeld, ieder kruist haar benen tegenovergesteld en beiden wisselden hun melktanden gespiegeld. Ze dragen nu allebei een beugel. Beiden zijn dyslectisch. En ook qua aard noemen ze spontaan de verschillen op. Jill is lief, druk en behulpzaam. Ze is creatief en knutselt graag. Ze zou wel kapster willen worden, net als haar moeder. Ze trekt zich graag terug met haar telefoon en heeft een rijke verbeelding. Ze is eerder een doener dan een denker. Dat heeft ook te maken met haar ADHD waardoor zij zich moeilijk kan concentreren. Ze heeft een VMBO-t advies. Ze kan onzeker zijn en ze volgt liever dan dat ze zelf het initiatief neemt. Dat laat ze graag over aan Ruby over. Ruby is assertief en zelfverzekerd , meer een ‘koele kikker’. Als ik lastig gevallen wordt door andere kinderen, bijt Ruby van zich af terwijl ik het mij aantrek’, zegt Jill. Ruby denkt eerst na voordat ze iets doet. Zij is graag buiten, voetbalt met vriendinnen of is te vinden op de kinderboerderij. Zij heeft een Havo advies. Ze zijn allebei heel sociaal, maken makkelijk contact maar bijten samen ook makkelijk van zich af. Ze hebben nog twee oudere halfzussen, een van 16 en een van 25. Hun zussen vinden het wel leuk dat ze een tweeling zijn. De jongste vond het bij de geboorte wel minder leuk. Zij was toen 5 jaar en alle aandacht ging naar de tweeling. Jill zit in groep 8a van de basisschool en Ruby in klas 8b. ‘Dat heb ik heel bewust gedaan zodat ze ieder een eigen identiteit ontwikkelen, zegt Conny. ‘Ze dragen ook niet dezelfde kleren en hebben ieder een eigen kamer. Ze zijn geen eenheid maar twee aparte individuen’, zegt zij vol overtuiging. De meiden vinden dat nu prima en hebben ook ieder een eigen vriendinnenclub. Ze spelen wel vaak samen maar kunnen ook veel ruzie maken; juist omdat ze zo verschillen. ‘Ze hebben nog niet door hoe ze elkaar kunnen aanvullen’ zegt Conny met een zucht. Ze wordt af en toe wel moe van al dat geruzie. ‘Als we later groot zijn, willen we samen wonen en slapen in een groot tweepersoonsbed’, zegt Ruby. ‘En dan wil ik jouw assistente zijn als jij dierenarts wordt’, zegt Jill. Ik moet grinniken want dat verlangen om samen te zijn, herken ik wel.
0 Opmerkingen
|
Archives
Mei 2016
Categories |